Jeugdzorg

De Wet op de Jeugdzorg is sinds 1 januari 2005 van kracht. Daarin zijn alle vormen van hulp vastgelegd voor jongeren tot 18 jaar met ernstige opgroei- en opvoedproblemen. Maar ook ouders en opvoeders kunnen een beroep doen op die zorg.

Inhoud

  • De Wet Jeugdzorg in het kort
  • Vormen van hulp vanuit de jeugdzorg
  • Andere soorten van hulp voor jeugdigen
  • Hoe krijg ik hulp?
  • Wie betaalt de jeugdzorg?
  • Wie controleert de kwaliteit en de veiligheid van de jeugdzorg?

De Wet Jeugdzorg in het kort

De nieuwe Wet op de Jeugdzorg heeft als doel om de jeugdzorg samenhangend en vraaggericht te maken. Kinderen, jongeren en ouders hebben recht op jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg is de toegangspoort tot de gehele jeugdzorg. De zorg moet zo dicht mogelijk bij het kind of de jongere aangeboden worden, zo kort mogelijk duren en zo licht mogelijk zijn. Elke provincie krijgt geld van het Rijk. De provincie financiert met dat geld Bureau Jeugdzorg en daarmee de toegang tot de jeugdhulpverlening, jeugd-ggz, jeugdbescherming en jeugdreclassering. De provincie koopt zorg voor kinderen, jongeren en ouders in bij de jeugdzorginstellingen. De provincie maakt met gemeenten resultaatgerichte afspraken over de verantwoordelijkheden voor jongeren met problemen.

Vormen van hulp vanuit de jeugdzorg

Gesprekken

Gesprekken met een hulpverlener zijn een vorm van ‘ambulante’ hulp. Intensieve pedago-gische thuishulp is ook mogelijk. De zorg kan enkele uren per week zijn en korte of langere tijd gegeven worden.

Gezinscoaching

Gezinscoaching wordt geboden vanuit een instelling (of de gemeente) en helpt gezinnen met verschillende problemen. Bijvoorbeeld met schulden, verslaving en opvoedingsproblemen. De gezinscoaching biedt ondersteuning en helpt om het overzicht en de afstemming tussen verschillende hulpverleners te houden.

Kortdurende lichte hulp

Kortdurende lichte hulp wordt door het Bureau Jeugdzorg verzorgd. Dit gebeurt alleen als hulp van een lokale instantie nodig is, maar het klantvriendelijker is als het Bureau Jeugdzorg die hulp zelf verleent. Bureau Jeugdzorg mag in maximaal zes maanden tijd gemiddeld vijf gesprekken met de cliënt voeren.

Ondertoezichtstelling / ontzetting uit de ouderlijke macht

Het Advies- en Meldpunten Kindermishandeling vraagt bij een vermoeden van kindermishan-deling, de Raad voor de Kinderbescherming in om een onderzoek uit te voeren. De Raad adviseert daarna de rechter om een kinderbeschermingsmaatregel uit te spreken. Dat kan een ‘ondertoezichtstelling’ zijn of een ontzetting van ouders uit de ouderlijke macht.

Voogdij

De (gezins)voogdij, waarbij een voogdijmaatregel is uitgesproken door de rechter. Het kind kan dan voor kortere of langere tijd in een pleeggezin wonen.

Jeugdreclassering

De jeugdreclassering waarbij de medewerkers de jeugdigen door hulpverlening (soms onder dwang, met een juridische ‘stok achter de deur’) en begeleiding weer een goede plek in de samenleving geven.

Opname

Soms kan het beter zijn dat het kind voor korte of langere tijd niet in het eigen gezin woont. Het kind verblijft dan in een instelling voor jeugdzorg en krijgt verblijf met  zorg of behandeling. De indicatie via Bureau Jeugdzorg is het uitgangspunt voor het hulpverleningsplan. Daarin staat voor welke problemen en stoornissen de zorgaanbieder hulp gaat verlenen. In het plan staat ook het beoogde hulpverleningsproces, de te behalen doelen en de evaluatie-momenten. Helaas verblijven momenteel veel kinderen in gesloten inrichtingen omdat er ernstig plaatsgebrek is bij de instellingen voor jeugdzorg.

Andere soorten van hulp en zorg voor kinderen en jeugdigen

Overigens zijn er ook andere vormen van hulp voor jeugdigen. Er is een breed scala aan gespecialiseerde hulp voor jeugdigen en hun ouders, aangeboden vanuit verschillende wettelijke kaders. Dus niet alleen vanuit Wet op de jeugdzorg maar ook vanuit:
  • Jeugd geestelijke gezondheidszorg (AWBZ)
  • Zorg voor licht gehandicapte jeugdigen (AWBZ)
  • Civiele plaatsingen in justitiële jeugdinrichtingen (via de rechter)
  • Jeugdstrafrecht

Hoe krijg ik hulp?

De toegang tot de voorzieningen in de jeugdzorg is in elke provincie geregeld door middel van het Bureau Jeugdzorg. In principe is de leeftijdsgrens voor toelating tot de jeugdzorg 18 jaar. Jeugdzorg aan oudere jongeren (tot 23 jaar) is alleen mogelijk wanneer het Bureau Jeugdzorg het noodzakelijk vindt om de hulp bij opgroei- en opvoedproblemen voort te zetten. Dus een aanvraag voor jeugdzorg moet voordat de jeugdige achttien jaar is, ingediend worden bij het Bureau Jeugdzorg. Het bureau bekijkt óf de cliënt zorg nodig heeft en zo ja welke. Dit leidt tot een indicatiebesluit.
Wanneer het Bureau Jeugdzorg een indicatie gesteld heeft, heeft de jeugdige een aanspraak op zorg (recht op zorg). Het Bureau Jeugdzorg geeft niet zonder meer toestemming tot hulp. Er wordt eerst gekeken wat het gezin en de omgeving zélf aan de problemen kunnen doen. Het bekijkt of het gezin te helpen is via onderwijs, jeugdgezondheidszorg of maatschappelijk werk. Na het opstellen van het indicatiebesluit helpt het Bureau Jeugdzorg de cliënt de juiste zorg te vinden.

Wie betaalt de jeugdzorg?

Het Rijk is eindverantwoordelijk voor het stelsel van jeugdzorg. De ministeries van VWS en Justitie maken de wetten/regels en de hoofdlijnen van het beleid. De provincies en grootstedelijke regio’s zijn verantwoordelijk voor het Bureau Jeugdzorg en de zorginstellingen die de Wet op de Jeugdzorg uitvoeren. Zij krijgen geld van het Rijk voor verschillende doelen: voor het zorgaanbod (de hulp), voor het Bureau Jeugdzorg en voor de uitvoering van de jeugdbescherming en de jeugdreclassering. De zorgverzekeraars betalen de jeugd geestelijke gezondheidszorg en de indicatiestelling.

Wie controleert de kwaliteit en de veiligheid van de jeugdzorg?

Dat doet de Inspectie Jeugdzorg (IJZ). Onder veiligheid verstaat de inspectie zowel fysieke veiligheid als de veilige ontwikkeling en veiligheidsbeleving vanuit het perspectief van kinderen en jongeren. Daarvoor zijn ‘indicatoren’ opgesteld waarmee dat gemeten kan worden. Die indicatoren berekent de Inspectie Jeugdzorg op basis van een vragenlijst. Deze vragenlijst stuurt IJZ tweejaarlijks aan de instellingen. Het resultaat van de scores op de indicatoren is dat instellingen zichzelf kunnen verbeteren op het gebied van veiligheid voor jongeren en kinderen.
De Inspectie Jeugdzorg heeft alle instellingen in mei 2009 de brochure ‘Risico-indicatoren voor de residentiële jeugdzorg’ toegestuurd. Met deze nieuwe uitgave geeft de inspectie het veld inzicht welke indicatoren gebruikt worden bij het toezicht. Deze risico-indicatoren geven informatie over omstandigheden van (on-) veiligheid van jongeren tijdens het verblijf in residentiële jeugdzorg: de open en gesloten jeugdzorg en in de justitiële jeugdinrichtingen.
Bron: GGD Nederland