Het lichaam zit fantastisch mooi maar complex in elkaar. Je zou het kunnen vergelijken met een grote fabriek. In deze fabriek worden veel stofjes geproduceerd, verwerkt en gerecycled. Om die reden is er communicatie nodig tussen de verschillende afdelingen. Ook moeten de afdelingen werken volgens de handleiding. De communicatie heeft te maken met de neurotransmitters en handleiding is de DNA. Hier volgt een korte uitlegging van de werking en het nut van beiden.
Inhoud
Zenuwcellen, oftewel neuronen
Het lichaam bestaat uit heel veel cellen (duizenden miljarden). Er zijn verschillende soorten cellen, denk maar aan bloedcellen, botcellen, spiercellen en zenuwcellen. Je zou deze cellen als allemaal verschillende machines in deze grote fabriek kunnen zien. Elke machine doet zijn taak. De zenuwcellen, of neuronen, geven signalen door naar de hersenen. De uitlopers van de zenuwcellen, de dendrieten vangen informatie op, bijvoorbeeld dat het koud is.
Neurotransmitters, onze whatsappjes
De informatie die een zenuwcel opvangt moet doorgestuurd worden. Dat is het moment dat de neurotransmitters in beeld komen. Dit zijn chemische stofjes die een boodschap doorgeven. Neurotransmitters stromen door de zenuwcel heen en geven het berichtje door naar de volgende zenuwcel. Zo weet de volgende zenuwcel wat er aan de hand is, en stuurt hetzelfde chemische stofje door naar de volgende cel. Je zou het kunnen vergelijken met het sturen van een whatsappje. Je typt het appje op je telefoon (de zenuwcel) en vervolgens wordt het appje gestuurd naar een andere telefoon (de overdracht van de neurotransmitters). Doordat de boodschap verstuurd wordt via de neurotransmitters, kan de boodschap je hersenen bereiken en kan actie ondernomen worden. Bijvoorbeeld in het geval dat je het koud hebt, zorgen de neurotransmitters ervoor dat een boodschap bij je huidcellen terecht komt die ervoor zorgen dat je kippenvel krijgt.
DNA, een gedetailleerde handleiding
Het DNA is een gedetailleerde handleiding van de grote fabriek van je lichaam. In het DNA wordt bepaald welke kleur je haarcellen moeten geven en hoe je lichaam moet groeien. Je DNA bestaat uit 46 bouwstenen, oftewel hoofdstukken in je handleiding. Deze bouwstenen, de chromosomen, zijn voor de helft bepaald door je vader, en de andere helft door je moeder. Elke cel van je lichaam heeft DNA, en werkt dus volgens de afgesproken handleiding die door beide ouders is beïnvloed.
De samenwerking van DNA en Neurotransmitters
Doordat je DNA voorschrijft hoe je lichaam moet reageren, bepaalt het ook in zekere mate hoe de neurotransmitters hun werk doen. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat je DNA voorschrijft dat je zenuwcellen heel veel dopamine (neurotransmitter die blij gevoel geeft) moeten vrijmaken bij een bepaalde ervaring. Bij andere mensen kan eenzelfde ervaring een ander effect hebben, omdat het DNA voorschrijft dat het anders moet reageren.
Hoe ziet jouw DNA er uit?
Omdat het DNA bepaald wordt door je ouders, kan in het DNA heel veel afgelezen worden. Er kunnen bijvoorbeeld bepaalde erfelijke ziektes in je DNA voorgeschreven zijn. Allereerst kun je met een DNA test bekijken of je ouders ook echt je biologische ouders zijn, door het DNA te vergelijken. Maar je kunt zelfs nog verder terugkijken door je DNA. Zo kun je door een DNA test er bijvoorbeeld achter komen wie je voorouders zijn. Er wordt dan dus bekeken wat je etnische achtergrond is, dus bijvoorbeeld hoeveel procent Germaans, Keltisch, Indisch, Inca of Chinees je bent. De kosten van een DNA test zijn afhankelijk van het type test dat je wilt afnemen. Als je een DNA test wilt doen kun je eenvoudig een aanvragen online. Je krijgt dan het testmateriaal thuisgestuurd waarmee je een DNA-monster kunt afnemen. Dit stuur je op via de post. Later krijg je de resultaten thuisgestuurd.