Als je te zwaar of te licht bent dan heeft dit een grote invloed op je gezondheid. Een gezond gewicht is misschien wel één van de belangrijkste punten voor je gezondheid. Maar hoe weet je of je te zwaar of te licht bent? Wanneer is je gewicht gezond te noemen en hoe behaal je een gezond gewicht. Het antwoord op deze vragen ga je hier ontdekken.
Inhoud
De BMI
Om te bepalen of je een gezond gewicht hebt is de BMI bedacht. BMI staat voor Body Mass Index. Het is een cijfer wat de verhouding tussen je lengte en je gewicht aangeeft. Hoe langer je bent hoe meer je, uiteraard, mag wegen. Maar de berekening van de BMI houdt ook met andere factoren rekening. Zo wordt er bij het berekenen van je BMI rekening gehouden met je geslacht. Dit omdat vrouwen van nature een hoger vetpercentage hebben dan mannen. Maar ook je leeftijd speelt mee in het bepalen van je BMI. Als we ouder worden dan worden we een beetje zwaarder en mogen we ook een beetje zwaarder wegen.
Gezondheidsrisico’s van overgewicht
Heb je overgewicht dan loop je meer gezondheidsrisico’s. De gezondheidsrisico’s zijn:
- Slechte cholesterolwaarden; een hoger LDL cholesterol terwijl het (goede) HDL cholesterol lager is.
- Een vervette lever waardoor deze minder goed functioneert en minder goed afvalstoffen kan afvoeren. Een eerste klacht bij een vervette lever is vermoeidheid.
- Galstenen
- Hart- en vaatziekten
- Diabetes type 2. Dit geeft allerlei klachten zoals vermoeidheid, infecties, wazig zien, vaak urineren en vaak honger. Diabetes type 2 kan door de hoge bloedsuikers allerlei ernstige complicaties geven zoals zenuwschade en hart- en vaatziekten.
- Hogere kans op bepaalde vormen van kanker zoals dikke darmkanker, borstkanker en alvleesklierkanker.
- Slijtage van de gewrichten
- Slaapapneu, een verminderde longfunctie en snurken
- Meer kans op psychische aandoeningen zoals een depressie of angststoornis
- Meer kans op een beroerte
- Onvruchtbaarheid (bij zowel mannen als vrouwen)
Duidelijk mag zijn dat overgewicht tal van ernstige gezondheidsproblemen kan opleveren. Sommige problemen openbaren zich pas na jaren. Zo kan het jaren duren voordat diabetes type 2 gediagnostiseerd wordt.
Gezondheidsrisico’s van ondergewicht
Ook een te laag gewicht is niet goed voor de gezondheid. Heb je ondergewicht dan komt dit doordat je te onvoldoende eet of kunt eten. Dit betekend dat je lichaam minder voedingsstoffen binnen krijgt dan iemand die een normaal gewicht heeft. Hierdoor kunnen er tekorten ontstaan aan vitamines, mineralen, essentiële aminozuren (eiwitten) of essentiële vetzuren. Een tekort aan voedingsstoffen zal het immuunsysteem verzwakken waardoor je vatbaarder wordt voor (infectie)ziekten. Je zult dan bijvoorbeeld sneller een verkoudheid of griep oplopen. Een tekort aan voedingsstoffen kan op ten duur allerlei gebrekziekten veroorzaken. Eerste tekenen van ondervoeding zijn vermoeidheid, lusteloosheid en duizeligheid. Ook zal je het eerder koud hebben en een dunne en bleke huid krijgen. Het haar wordt droog en valt eerder uit.
Om aan energie te komen gaat het lichaam bij ondergewicht de spiermassa opbranden als brandstof. Hierdoor neemt de spierkracht af en heb je meer kans op botbreuken. Ook organen kunnen schade oplopen door ondervoeding. Zo raakt het hart aangetast, de lever, de nieren en het zenuwstelsel.
In Nederland heeft meer dan 50% van de volwassen bevolking overgewicht en 2% heeft ondergewicht.
Wat te doen bij overgewicht?
Heb je overgewicht dan is het goed om dit aan te gaan pakken, zodat je weer in balans komt en weer lekker in je vel komt te zitten. Wat je eet heeft grote invloed op je gewicht en je gezondheid. Wat je eet heeft misschien nog wel meer impact dan hoeveel je eet. Het beste eet je onbewerkte voedingsmiddelen. Deze voorzien je lichaam van voedingsstoffen zodat het hongergevoel vanzelf verdwijnt en je niet meer eet dan nodig is.
Wat je eet heeft ook grote invloed op je hormoonhuishouding wat weer van invloed is op je gewicht. Er zijn een paar hormonen die van grote invloed zijn op je gewicht. Dit zijn insuline, cortisol en ghreline.
Insuline
Insuline is het hormoon wat wordt aangemaakt als je koolhydraten hebt gegeten. Koolhydraten worden afgebroken tot glucose waarna het in de bloedbaan komt. Via het bloed wordt de glucose naar de cellen getransporteerd waar het als brandstof dient. Om de glucose uit het bloed op te kunnen nemen is insuline nodig. Dit hormoon zorgt ervoor dat de cellen zich openen en de glucose opnemen. Insuline is echter een hormoon met meerdere taken. Het zorgt ook voor de opslag van lichaamsvet. Zijn je insulinespiegels hoog dan slaat je lichaam veel vet op en is het niet mogelijk om vet te verbranden. Wil je afvallen dan is het daarom zaak om de insulinespiegels laag te houden. Dit doe je door de bloedsuikerspiegel laag te houden. De hoeveelheid koolhydraten die je eet heeft hier grote invloed op maar ook het type koolhydraten wat je eet. Zo laten toegevoegde suikers en geraffineerde koolhydraten de bloedsuikerspiegel snel stijgen. Hierdoor is meer insuline nodig om de bloedsuikerspiegel weer omlaag te brengen. Het is daarom goed om koolhydraten te eten van onbewerkte voeding zoals volkoren granen, zilvervliesrijst, quinoa, groenten, fruit en noten.
Cortisol
Een ander hormoon wat voor de opslag van vet zorgt is het stress hormoon cortisol. Het is daardoor lastig om af te vallen als je last van stress hebt. Een slaap tekort zorgt ook voor de aanmaak van cortisol. Het is daarom belangrijk om voldoende te slapen als je af wilt vallen.
Ook het hongerhormoon ghreline heeft grote invloed op het afvallen. Heb je teveel van dit hormoon dan heb je veel en vaak honger. Het is dan erg lastig om minder calorieën te gaan eten dan waar het lichaam om vraagt. Het hongerhormoon is laag te houden door minder koolhydraten te eten en meer eiwitten en vetten. Eiwitten en vetten zorgen voor een gevoel van verzadiging terwijl koolhydraten dit niet doen.